Deuteronomium 12:24-25-32 Het Boek (HTB)

3. Breek de altaren af, sla de gewijde stenen kapot, verbrand de gewijde palen, hak de afgodsbeelden om en laat niets staan dat aan hun bestaan herinnert!

6. Daar zult u de Here uw brandoffers en andere offers brengen, uw tienden, de extra bijdragen, de offers waarmee u een belofte inlost, uw vrijwillige offers en uw offers van het eerstgeborene van uw runderen en schapen.

7. Daar moeten u en uw gezinnen de feesten voor de Here, uw God, vieren en uw blijdschap uiten over alles wat Hij voor u heeft gedaan.

8. U zult niet langer uw eigen zin doen, zoals tot nu toe; iedereen doet nu wat hij denkt dat goed is.

9. Want deze wetten gaan pas in als u bent aangekomen op de plaats van rust die de Here u zal geven.

24-25. Het bloed moet als water op de grond worden uitgegoten. Als u dat alles doet, zal het goed gaan met u en uw kinderen.

26-27. Alleen uw geschenken aan de Here, de offers die u onder ede aan de Here hebt beloofd en uw brandoffers moeten naar het huis van de Here worden gebracht. Zij mogen alleen worden geofferd op het altaar van de Here, uw God. Het bloed zal op het altaar worden uitgegoten en daarna zult u het vlees eten.

28. Zorg ervoor dat u al deze geboden zorgvuldig naleeft. Als u doet wat goed is in de ogen van de Here, uw God, zal het altijd goed gaan met u en uw kinderen.

29. Als Hij de volken vernietigt in het land waarin u zult wonen,

30. vraag dan niet hoe deze volken hun goden aanbidden, om daarna hun voorbeeld te volgen.

31. U mag de Here, uw God, niet op die manier beledigen! Deze volken hebben voor hun goden afschuwelijke dingen gedaan die de Here haat. Zij hebben zelfs hun kinderen in het vuur aan hun goden geofferd.

32. Gehoorzaam daarom alle geboden die ik u geef. Voeg er niets aan toe en neem er niets vanaf.’

Deuteronomium 12