Deuteronomium 12:1-6 Het Boek (HTB)

1. ‘Dit zijn de geboden en voorschriften die u moet naleven als u aankomt in het land dat de Here, de God van uw vaders, u voor altijd heeft gegeven:

2. u moet alle heiligdommen van andere volken vernietigen, waar u ze ook maar vindt: hoog in de bergen, op de heuvels of onder bladerrijke bomen.

3. Breek de altaren af, sla de gewijde stenen kapot, verbrand de gewijde palen, hak de afgodsbeelden om en laat niets staan dat aan hun bestaan herinnert!

4-5. U mag uw God niet zomaar ergens offers brengen. Nee, u moet naar zijn huis komen dat Hij voor Zichzelf zal bouwen op een plaats die Hij Zelf kiest.

6. Daar zult u de Here uw brandoffers en andere offers brengen, uw tienden, de extra bijdragen, de offers waarmee u een belofte inlost, uw vrijwillige offers en uw offers van het eerstgeborene van uw runderen en schapen.

20-23. Wanneer de Here uw grenzen naar buiten verlegt en zijn heiligdom te ver van u is verwijderd, dan mogen uw kudden bij uw eigen huis worden geslacht, net zoals u nu doet met gazellen en herten. Ook onreine personen mogen met u van dat vlees eten. Let er alleen op dat u het bloed niet eet, want dat is de ziel en u zult de ziel niet met het vlees opeten.

24-25. Het bloed moet als water op de grond worden uitgegoten. Als u dat alles doet, zal het goed gaan met u en uw kinderen.

26-27. Alleen uw geschenken aan de Here, de offers die u onder ede aan de Here hebt beloofd en uw brandoffers moeten naar het huis van de Here worden gebracht. Zij mogen alleen worden geofferd op het altaar van de Here, uw God. Het bloed zal op het altaar worden uitgegoten en daarna zult u het vlees eten.

Deuteronomium 12