1. In zijn tweede regeringsjaar kreeg Nebukadnezar een vreselijke nachtmerrie. Hevig verontrust werd hij wakker en kon de slaap niet meer vatten.
2. Hij ontbood meteen alle geleerden, bezweerders, tovenaars en astrologen. Zij moesten hem zijn droom verklaren.
3. Toen zij allemaal voor hem stonden, zei hij: ‘Ik heb een vreselijke nachtmerrie gehad. Dat maakt mij erg ongerust en daarom wil ik weten wat dat te betekenen heeft.’
14-15. Daniël bleef echter kalm en ging verstandig en met overleg te werk. Hij vroeg Arjoch, het hoofd van de koninklijke lijfwacht, die al voorbereidingen trof voor de executies: ‘Waarom is de koning zo kwaad? Wat is er toch aan de hand?’ Arjoch vertelde hem wat er was gebeurd.