Colossenzen 1:1-6 Het Boek (HTB)

1. Van: Paulus, door God aangesteld als apostel van Christus Jezus, en van onze broeder Timotheüs.

2. Aan: de broeders en zusters in Colosse, die trouw en in geloof Christus volgen. Wij wensen u de genade en vrede toe van God, onze Vader.

3. Altijd als wij voor u bidden, danken wij God, die de Vader is van onze Here Jezus Christus.

4. Want wij hebben gehoord dat u op Christus Jezus vertrouwt en ook uw medegelovigen liefhebt.

5. Deze liefde komt voort uit de verwachting die u hebt van de toekomst die u in de hemel wacht. U ziet uit naar die hemelse vreugde sinds u de waarheid, het goede nieuws, gehoord hebt.

6. Dit goede nieuws heeft overigens niet alleen u bereikt, het gaat over de hele wereld. Overal worden er mensen door veranderd, net als u vanaf de dag dat u van Gods genade hebt gehoord en deze als waarheid erkend hebt.

Colossenzen 1