8. In Hebron aangekomen, lieten zij het hoofd aan David zien. ‘Kijk!’ zeiden zij. ‘Hier is het hoofd van Sauls zoon Isboseth, die probeerde u te doden. Vandaag heeft de Here u wraak gegeven op Saul en zijn hele familie!’
9. Maar David antwoordde: ‘Ik zweer bij de Here, die mij van mijn vijanden redde,