33. God is mijn sterke Burcht, Hij heeft mij in veiligheid gebracht.
34. Hij zorgt dat de goeden veilig kunnen lopen, als klipgeiten over de rotsen.
35. Hij maakt mij bekwaam voor de strijd en geeft mij kracht om een koperen boog te spannen.
36. U hebt mij het schild van uw heil gegeven. Door mij te verhoren, hebt U mij grootgemaakt.