2 Samuël 2:1-4 Het Boek (HTB)

1. David vroeg daarna aan de Here: ‘Zal ik teruggaan naar Juda?’ En de Here antwoordde: ‘Ga.’ ‘Naar welke stad moet ik gaan?’ vroeg David. ‘Naar Hebron,’ was het antwoord van de Here.

2. Dus verhuisde David met zijn vrouwen Ahinoam en Abigaïl.

3. Ook de mannen die bij hem waren, gingen met hun gezinnen in Hebron wonen.

4. Daar kwamen de leiders van Juda bij David en zalfden hem tot koning over heel Juda. Kort daarop hoorde David dat de mannen van Jabes in Gilead Saul hadden begraven.

10-11. Isboseth was op dat moment veertig jaar oud. Hij regeerde Israël twee jaar vanuit Machanaïm, terwijl David vanuit Hebron zevenenhalf jaar regeerde over de stam van Juda.

2 Samuël 2