5. De grote hal van de tempel werd met cipressenhout betimmerd en daar overheen kwam een laagje goud, waarin palmen en slingers werden gegraveerd.
6. Prachtige edelstenen werden in de wanden aangebracht om de schoonheid te verhogen. Het goud was van de allerbeste kwaliteit, afkomstig uit Parvaïm.
7. Alle muren, balken, deuren en kozijnen werden met goud overtrokken, op de muren werden bovendien cherubs gegraveerd.