2 Kronieken 29:9-16 Het Boek (HTB)

9. Om al die dingen zijn onze vaders door het zwaard omgekomen en heeft men onze zonen, dochters en vrouwen gevangengenomen.

10. Maar ik wil nu een verbond sluiten met de Here, de God van Israël, zodat zijn vreselijke toorn van ons wordt afgewend.

11. Mijn kinderen, verwaarloos uw plichten niet langer, want de Here heeft u uitgekozen om Hem te dienen en voor Hem reukwerk te verbranden.’

15. Zij haalden hun mede-Levieten bij elkaar en heiligden zichzelf, waarna zij de tempel begonnen schoon te maken en te heiligen, zoals de koning, die namens de Here sprak, hun had bevolen.

16. De priesters reinigden de binnenste vertrekken van de tempel en brachten al het vuil en alle onreine voorwerpen die zij daar vonden, naar het voorplein. Met wagens brachten de Levieten dat weg naar de beek Kidron.

2 Kronieken 29