2 Koningen 5:18-24 Het Boek (HTB)

18. Ik hoop echter dat de Here mij één ding wil vergeven: dat ik met mijn meester, de koning, de tempel van de god Rimmon inga om hem te ondersteunen en dat ik dan ook buig.’

19. ‘Ga in vrede,’ zei Elisa. Zo ging Naäman terug naar huis.

20. Maar Elisa's dienaar Gehazi dacht bij zichzelf: ‘Mijn meester had deze man niet weg mogen laten gaan zonder zijn geschenken aan te nemen. Ik ga achter hem aan om nog iets van hem aan te nemen.’

21. Gehazi ging hem achterna en toen Naäman hem zag, sprong hij van zijn wagen en liep hem tegemoet. ‘Is alles in orde?’ vroeg hij.

22. ‘Ja hoor,’ zei Gehazi, ‘maar mijn meester heeft mij gestuurd om te vertellen dat er net twee jonge profeten uit de heuvels van Efraïm zijn aangekomen en hij graag dertig kilo zilver en twee bovenmantels wilde hebben om aan hen te geven.’

23. ‘Neem maar zestig kilo,’ drong Naäman aan. Hij gaf hem ook twee dure mantels, deed het geld in twee zakken en stuurde twee dienaren met Gehazi mee om alles te dragen.

24. Maar toen zij aankwamen bij de heuvel waar Elisa woonde, nam Gehazi de zakken van de dienaren over en stuurde hen terug. Daarna verborg hij het geld in zijn huis.

2 Koningen 5