2. Voordat het echter zover was, riep hij alle leiders van Israël bijeen, evenals de priesters en de Levieten.
3. Hij liet een telling houden onder de mannen van dertig jaar en ouder van de stam van Levi. De uitkomst bedroeg achtendertigduizend mannen.
6. Daarna verdeelde David hen in drie grote groepen, die werden gevormd naar families van de zonen van Levi: de Gersom-familie, de Kehat-familie en de Merari-familie.
7. De groepen van de Gersom-familie werden genoemd naar diens zonen Ladan en Simi.
14-15. Wat Mozes, de man van God, betreft: zijn zonen Gersom en Eliëzer werden tot de stam van Levi gerekend.
16. Gersoms zonen stonden onder leiding van Sebuël
17. en Eliëzers enige zoon Rehabja leidde zijn eigen familie, want hij had veel kinderen.
18. De zonen van Jishar stonden onder leiding van Selomit.
19. De zonen van Hebron werden door Jeria geleid. Onder hem stonden Amarja, Jahaziël en Jekameam.
20. De zonen van Uzziël stonden onder leiding van Micha, met als tweede man Jissia.
21. De zonen van Merari waren Machli en Musi. De zonen van Machli waren Eleazar en Kis.