34. Word nuchter en houd op met zondigen. Tot uw beschaming moet ik zeggen: sommigen van u hebben geen kennis van God.
35. Ik hoor al iemand vragen: ‘Hoe worden de doden dan weer levend gemaakt? En wat voor lichaam hebben zij dan?’
36. Wat een domme vraag! Wat u zaait, komt pas tot leven als het doodgaat.
37. U zaait niet een volgroeide plant, maar een kale graankorrel of iets anders.