1 Korinthiërs 12:20-26 Het Boek (HTB)

20. Maar er zijn vele delen en samen vormen zij één lichaam.

21. Het oog kan niet tegen de hand zeggen: ‘Ik heb je niet nodig.’ En het hoofd kan ook niet tegen de voeten zeggen: ‘Ik heb jullie niet nodig.’

22. De delen die het meest kwetsbaar schijnen, lijken juist het meest nodig te zijn.

23. Aan de delen van ons lichaam die we niet graag laten zien, geven we bijzondere zorg en de minder nette delen van ons lichaam worden netjes bedekt.

24. De nette lichaamsdelen hebben dat niet zo nodig. God heeft het lichaam tot een eenheid samengevoegd en de op het eerste gezicht niet zo belangrijke delen een belangrijke plaats gegeven.

25. Anders zou er onenigheid in het lichaam zijn.

26. Elk deel moet voor de andere delen van het lichaam zorgen. Als één deel lijdt, lijden de anderen mee. En als één deel geëerd wordt, zijn de andere delen daar even blij mee als hij.

1 Korinthiërs 12