1 Koningen 10:8-21 Het Boek (HTB)

8. Uw onderdanen zijn gelukkig en uw bedienden zijn tevreden, maar hoe zou het ook anders kunnen, zij luisteren hier dagelijks naar uw wijze woorden.

9. Gezegend zij de Here, uw God. Hij koos u uit en gaf u de troon van Israël. Wat moet de Here veel van Israël houden dat Hij u als koning over het land aanstelde. U regeert uw onderdanen rechtvaardig en goed.’

10. Na die woorden schonk zij de koning zesendertighonderd kilo goud en ook nog een grote hoeveelheid specerijen en waardevolle stenen. Het was de grootste gift aan specerijen die koning Salomo ooit van één persoon had ontvangen.

11. Toen de schepen van koning Hiram goud uit Ofir naar Salomo brachten, hadden zij ook grote hoeveelheden sandelhout en kostbare stenen bij zich.

12. Salomo gebruikte het hout voor enkele trappen in de tempel en het paleis en voor citers en harpen voor zijn zangers. Nooit voordien en ook nooit nadien is zo'n voorraad prachtig hout aangevoerd.

13. Als tegenprestatie voor de geschenken van de koningin van Seba, gaf Salomo haar alles wat zij hem vroeg, naast de geschenken die hij al van plan was haar te geven. Daarna keerde zij met haar gevolg terug naar haar eigen land.

14. Elk jaar ontving Salomo een hoeveelheid goud van ongeveer twintigduizend kilo.

15. Daarnaast kreeg hij inkomsten uit omzetbelasting en winsten uit de handel met de Arabische koningen en de andere omliggende gebieden.

18. Tevens liet hij een grote ivoren troon maken die met puur goud werd overtrokken.

19. De troon had zes treden, een ronde rug en armleuningen. Aan weerszijden stond een leeuw.

20. Bovendien stonden op elke trede nog eens twee leeuwen, twaalf in totaal. Nergens ter wereld bestond een troon die zo prachtig was.

21. Alle drinkbekers van koning Salomo waren van puur goud en hetzelfde gold voor alle vaten in de hal van het Woud van Libanon. Zilver werd niet gebruikt, omdat men daaraan in die tijd niet zoveel waarde hechtte.

1 Koningen 10