15. Daarnaast kreeg hij inkomsten uit omzetbelasting en winsten uit de handel met de Arabische koningen en de andere omliggende gebieden.
16-17. Salomo gebruikte een deel van het goud voor tweehonderd grote schilden (in elke lans werd 6,6 kilo goud verwerkt) en driehonderd kleine schilden (met anderhalve kilo goud erin verwerkt). Deze voorwerpen gaf hij een plaats in zijn paleis, in de hal van het Woud van Libanon.
18. Tevens liet hij een grote ivoren troon maken die met puur goud werd overtrokken.
19. De troon had zes treden, een ronde rug en armleuningen. Aan weerszijden stond een leeuw.