12. In die tijd zal Ik Jeruzalem met een lamp doorzoeken. Ik zal al die mannen straffen die dik zijn geworden van het luieren en die bij zichzelf zeggen: 'De Heer doet helemaal niets. Hij doet niets goeds, maar Hij doet ons ook geen kwaad.'
13. Hun rijkdommen zullen worden geroofd en hun huizen verwoest. Ze zullen wel huizen bouwen, maar ze zullen er niet in gaan wonen. Ze zullen wel wijngaarden planten, maar ze zullen er geen wijn van drinken."
14. De grote dag van de Heer komt eraan. Hij is al heel dichtbij! En hij komt snel! Ik hoor die dag al komen! Dappere mannen zullen het uitschreeuwen.
15. Het zal de dag van Gods straf zijn. Een dag van angst en vernietiging. Een dag van duisternis en donkerheid. Een dag van wolken en diepe, diepe duisternis.
16. Een dag van hoorngeschal en krijgsgeschreeuw tegen de sterke steden met muren en torens.