6. In die tijd zal er helemaal geen licht zijn. Het zal aardedonker zijn.
7. Er zal geen verschil zijn tussen dag nacht. Alleen de Heer weet wanneer dat gaat gebeuren. Maar aan het eind daarvan komt er weer licht.
8. Er zal in die tijd een rivier uit Jeruzalem stromen, een rivier met water dat leven geeft. De ene helft zal naar de zee in het oosten [ (= de Dode Zee) ], stromen, en de andere helft naar de zee in het westen [ (= de Middellandse Zee) ]. Zomer en winter zullen ze stromen.
9. En de Heer zal Koning worden van de hele aarde. In die tijd zal de Heer de Enige zijn. Hij zal Eén zijn.