Spreuken 3:28-30 BasisBijbel (BB)

28. Zeg niet tegen iemand die jou om iets vraagt:"Ga weg en kom morgen maar terug," als je het nu al kan geven.

29. Bedenk geen plannen om een ander kwaad te doen,want die ander denkt dat je bent te vertrouwen

30. Maak geen ruzie over helemaal niets,als de ander je niets heeft gedaan.

Spreuken 3