14. Jefta stuurde opnieuw boodschappers naar de koning van de Ammonieten, en zei tegen hem:
15. "Nee, Israël heeft het land van Moab en het land van de Ammonieten niet veroverd.
16. Want toen Israël uit Egypte vertrok, trok Israël door de woestijn tot de Rietzee en kwam bij Kades.
17. Toen vroeg Israël aan de koning van Edom of ze door zijn land mochten trekken. Maar de koning van Edom wilde dat niet. Ook aan de koning van Moab vroeg Israël dat. Maar ook de koning van Moab wilde dat niet. Daarom bleef Israël bij Kades.