4. De landen rondom ons lachen ons uit.De volken die om ons heen wonen, maken grappen over ons.
5. Hoelang zal dit nog duren, Heer?Wilt U voor altijd kwaad op ons blijven?Duurt uw straf voor altijd?
6. Koel uw woede liever op de volken die U niet kennen,op de koninkrijken die U niet aanbidden.
7. Want ze hebben [ het volk van ] Jakob vernietigden zijn prachtige land verwoest.
8. Straf ons niet voor wat onze voorouders hebben gedaan.Heb medelijden met ons en vergeef ons!Want we zijn er vreselijk aan toe.