6. Dwazen kunnen niet blijven bestaan voor de blik van uw ogen.U haat het als mensen slechte dingen doen.
7. U vernietigt alle leugenaars.U walgt van moordenaars en bedriegers.
8. Maar dankzij uw grote liefde mag ík uw huis binnen gaan.Vol ontzag zal ik mij voor U neerbuigen in uw heiligdom.