4. Toch bent U de Heilige God.Heel Israël eert U met zijn liederen als Koning!
5. Onze voorouders hebben op U vertrouwd.Ze hebben op U vertrouwd en U heeft hen gered.
6. Ze hebben U om hulp geroepen,en U heeft hen bevrijd.Ze hebben op U vertrouwd,en U heeft hen niet teleurgesteld.
7. Maar ik lijk wel een worm in plaats van een man.Zó word ik vertrapt!De mensen lachen me uit en geven niets om me.
8. Iedereen die mij ziet, scheldt me uit.Ze schudden hun hoofd en zeggen spottend: