Psalmen 129:3-7 BasisBijbel (BB)

3. Ons land werd mishandeld,we werden geslagen,

4. we werden geboeid.Maar de Heer, die rechtvaardig is,heeft de touwen doorgehaktwaarmee onze vijanden ons hadden vastgebonden.

5. Alle vijanden van Jeruzalemzullen voor schut staan en op de vlucht slaan.

6. [ Er zal niets van hen overblijven: ]Ze zullen lijken op het gras op de dakendat al verdroogd is voordat het hoog staat.

7. Je kan het niet meer maaien,het is zelfs niet geschikt als hooi.

Psalmen 129