Psalmen 119:133-148 BasisBijbel (BB)

133. Zorg ervoor dat ik altijd het goede doe.Laat het kwaad geen macht over me krijgen.

134. Red me van mijn vijanden.Dan zal ik me aan uw wetten houden.

135. Wees goed voor mij, uw dienaar.Leer mij om me te houden aan uw leefregels.

136. De tranen stromen mij over de wangen,omdat de mensen zich niet houden aan uw wet.

137. U bent rechtvaardig, Heer,en uw wetten zijn goed.

138. U heeft rechtvaardige wetten gegeven.Ze zijn goed en betrouwbaar.

139. Ik brand van verlangen om U te dienen,omdat mijn vijanden uw woorden vergeten.

140. Uw woord is zuiver en waar.Daarom houd ik er heel veel van.

141. Ik ben een onbelangrijk mens,maar ik vergeet uw wetten niet.

142. U bent voor eeuwig rechtvaardig.Uw wet is juist en goed.

143. Ook als ik in nood ben,geniet ik van uw wetten.

144. Ze zijn voor eeuwig rechtvaardig.Help mij ze te begrijpen, zodat ik zal leven.

145. Ik roep U, Heer, met mijn hele hart.Antwoord mij alstublieft!Ik zal me aan uw leefregels houden.

146. Ik roep U om hulp. Red mij!Dan zal ik doen wat U van mij vraagt.

147. Nog vóórdat de dag begint, roep ik U om hulp.Want uw woorden geven mij hoop.

148. 's Nachts lig ik wakker.Dan denk ik over uw woorden na.

Psalmen 119