5. Want dan zal ik zien hoe goed U bentvoor de mensen die U heeft uitgekozen.Dan zal ik blij zijn, samen met uw volk.
6. We zijn U ongehoorzaam geweest,net als onze voorouders.We hebben ons niets van U aangetrokken.
7. Onze voorouders in Egypte trokken zich niets aan van uw wonderen.Ze vergaten de ontelbare goede dingen die U voor hen deed.
8. Ze waren koppig tegen U bij de Rietzee.Maar U redde hen vanwege uw eigen eer.Zo zouden mensen weten hoe machtig U bent.