Psalmen 106:24-34 BasisBijbel (BB)

24. Toen wilden ze uw prachtige land niet binnengaan.Ze geloofden niet wat U hun had beloofd.

25. Ze mopperden en klaagden in hun tenten.Ze luisterden niet naar wat U zei.

26. Toen zwoer U,dat U hen in de woestijn zou doden

27. en dat U hun kinderen zou verjagen,zodat ze in de landen van andere volken zouden sterven.

28. Ze sloten een verbond met [ de afgod ] Baäl-Peoren aten mensenoffers.

29. Zo maakten ze U woedend.Daarom liet U een ziekte onder hen uitbreken.

30. Maar Pinehas kwam tussenbeide.Toen hield de ziekte op.

31. Daarom zei Goddat Hij hem en zijn hele familie ná hem daarvoor zou belonen.

32. Ze maakten U kwaad bij de bronnen van Meriba.Door hun schuld reageerde Mozes verkeerd.

33. Want doordat zij hem kwaad maakten,zei Mozes dingen zonder eerst na te denken.

34. Ze gehoorzaamden U niet toen U zeidat ze de andere volken moesten vernietigen.

Psalmen 106