13. Ze trokken van volk naar volk,van het ene koninkrijk naar het andere.
14. Maar Hij stond niet toe dat een ander volk hen verdrukte.Vijandige koningen strafte Hij.
15. Hij zei: "Raak dit volk niet aan! Het is van Mij!Doe mijn profeten geen kwaad!"
16. Toen liet Hij een hongersnood komen,zodat niemand nog te eten had.