12. Toen zei God tegen Bileam: "Je mag niet met hen meegaan. Je mag dat volk niet vervloeken, want Ik heb het gezegend."
13. Bileam stond 's morgens op en zei tegen de leiders van Balak: "Ga naar jullie land terug, want ik mag van de Heer niet met jullie meegaan."
14. Toen gingen de leiders van Moab terug naar koning Balak. Ze zeiden hem: "Bileam wilde niet met ons meekomen."