Numeri 22:10-17 BasisBijbel (BB)

10. Bileam antwoordde: "Dat zijn boodschappers van koning Balak van Moab.

11. Ze hebben me gezegd dat er een groot volk uit Egypte is gekomen. Een volk dat zó groot is, dat het hele land erdoor bedekt wordt. Koning Balak vraagt mij of ik dat volk voor hem wil komen vervloeken. Hij hoopt het dan te kunnen overwinnen en te kunnen wegjagen."

12. Toen zei God tegen Bileam: "Je mag niet met hen meegaan. Je mag dat volk niet vervloeken, want Ik heb het gezegend."

13. Bileam stond 's morgens op en zei tegen de leiders van Balak: "Ga naar jullie land terug, want ik mag van de Heer niet met jullie meegaan."

14. Toen gingen de leiders van Moab terug naar koning Balak. Ze zeiden hem: "Bileam wilde niet met ons meekomen."

15. Maar Balak stuurde opnieuw leiders, meer en belangrijker dan de vorige.

16. Toen ze bij Bileam kwamen, zeiden ze: "Koning Balak vraagt of je alsjeblieft wil komen.

17. Hij zal je een grote beloning geven. Hij zal je alles geven wat je vraagt. Als je dat volk maar voor hem vervloekt."

Numeri 22