Numeri 10:28-31 BasisBijbel (BB)

28. Dat was de volgorde waarin de Israëlieten optrokken als ze verder reisden.

29. Toen zei Mozes tegen Hobab, de broer van zijn vrouw, de zoon van zijn schoonvader Rehuël uit Midian: "We trekken naar de plaats die de Heer aan ons beloofd heeft. Ga met ons mee, dan zul je het goed hebben. Want de Heer heeft aan Israël goede dingen beloofd."

30. Maar hij antwoordde: "Nee, ik wil naar mijn eigen land en familie teruggaan."

31. Toen zei Mozes: "Laat ons nu niet in de steek. Jij weet goed hoe we in de woestijn een tentenkamp moeten opzetten. Jij kan onze gids zijn.

Numeri 10