21. Zo heeft U 40 jaar lang in de woestijn voor hen gezorgd.Ze kwamen niets tekort.Hun kleren versleten niet en hun voeten werden niet dik.
22. U gaf hun de overwinning over koningen en volken.U verdeelde hún landen onder uw volk.Zo hebben ze het land van koning Sihon van Hesbon veroverd.Ook het land van koning Og van Basan.
23. U heeft ervoor gezorgd dat het volk zo ontelbaar werdals de sterren aan de hemel.U heeft hen gebracht naar het land dat U aan hun voorvaders had beloofd.
24. En zo hebben zij het land veroverd.U heeft de bewoners van het land, de Kanaänieten, in hun macht gegeven.U heeft hun koningen en de volken in hun macht gegeven.Ze konden met hen doen wat ze wilden.
25. Ze hebben sterke steden en vruchtbare grond veroverd.Ook huizen vol met spullen,waterputten die in de rotsen waren uitgehakt,veel wijngaarden, olijfbomen en fruitbomen.Ze hadden meer dan genoeg te eten.Ze hadden een goed leven, dankzij U.
26. Maar ze werden koppig en ongehoorzaam.Ze kwamen tegen U in opstand.Ze gooiden uw wet aan de kant.Ze doodden de profeten die hen waarschuwdendat ze naar U terug moesten gaan.Ze deden verschrikkelijke dingen.