7. Die rest van Israël zal sterk zijn tussen de andere volken, zo sterk als een leeuw onder de andere wilde dieren. Hij zal zijn als een jonge leeuw bij een kudde schapen. Als hij aanvalt, verscheurt hij, zonder dat iemand zijn prooi kan redden.
8. Israël, je zal machtiger zijn dan je vijanden. Al je vijanden zullen worden gedood.
9. De Heer zegt: In die tijd zal Ik jullie paarden doden en jullie strijdwagens vernietigen.
10. Ik zal jullie steden verwoesten en alle burchten afbreken.
11. Ook zal Ik een einde maken aan jullie toverijen. Jullie zullen geen waarzeggers meer hebben.
12. Ik zal jullie godenbeelden en heilige stenen vernietigen. Jullie zullen die zelfgemaakte goden niet meer aanbidden.
13. Ook zal Ik jullie heilige palen omhakken en jullie steden verwoesten.
14. Ik zal in mijn woede alle volken straffen die Mij niet hebben willen gehoorzamen.