26. Al gauw werd er in de wijde omgeving gepraat over wat er gebeurd was.
27. Toen Jezus vandaar verder ging, volgden twee blinde mannen Hem. Ze riepen aldoor: "Help ons alstublieft, Zoon van David!"
28. Toen Jezus zijn huis was binnen gegaan, kwamen de blinden naar Hem toe. Jezus zei tegen hen: "Geloven jullie dat Ik dat kan doen?" Ze zeiden tegen Hem: "Ja, Heer."
29. Hij raakte hun ogen aan en zei: "Ik wil dat gebeurt wat jullie geloven."
30. Toen konden de mannen zien. Jezus zei heel streng tegen hen: "Vertel dit aan niemand!"