8. Jullie moeten niet alleen zéggen dat jullie weer zullen gaan leven zoals God het wil, maar het ook dóen. [ Anders betekent jullie doop helemaal niets. ]
9. En denk maar niet: 'We stammen af van Abraham, [ dus het zit wel goed met ons ].' Want ik zeg jullie dat God zelfs deze stenen hier kan veranderen in kinderen van Abraham!
10. De bijl ligt al klaar bij de bomen. [ Jullie zijn die bomen. ] Elke boom waar geen goede vruchten aan groeien, zal worden omgehakt en in het vuur worden gegooid.
11. Ík doop jullie in water, omdat jullie voortaan willen gaan leven zoals God het wil. Maar na mij komt Iemand die machtiger is dan ik. Ik ben het niet eens waard om zijn sandalen voor Hem te dragen. Híj zal jullie dopen met de Heilige Geest en met vuur.