12. De leiders van de priesters en de leiders van het volk vertelden waar ze Hem van beschuldigden. Maar Jezus antwoordde niets.
13. Toen zei Pilatus tegen Hem: "Hoor Je dan niet waar ze Je allemaal van beschuldigen?"
14. Maar Jezus antwoordde hem op geen enkele vraag. Daar was Pilatus erg verbaasd over.
15. Pilatus had de gewoonte om op het feest een gevangene vrij te laten. De mensen mochten zelf beslissen wie ze vrij wilden hebben.
16. Op dat moment zat er een gevaarlijk man gevangen: Barabbas.
17. Omdat ze nu toch bij hem waren, vroeg Pilatus aan de mensen: "Wie willen jullie dat ik [ deze keer ] vrijlaat: Barabbas, of Jezus die de Messias wordt genoemd?"
18. Want Pilatus wist dat ze Jezus gevangen hadden genomen omdat ze jaloers waren.