Matteüs 25:36-40 BasisBijbel (BB)

36. Toen Ik geen kleren had, hebben jullie Mij kleren gegeven. Toen Ik ziek was, hebben jullie Mij opgezocht. Toen Ik in de gevangenis zat, hebben jullie Mij bezocht.'

37. Dan zullen ze Hem antwoorden: 'Heer, wanneer had U honger en hebben we U te eten gegeven? Wanneer had U dorst en hebben we U te drinken gegeven?

38. Wanneer was U een vreemdeling en hebben we U in huis genomen? Wanneer had U geen kleren en hebben we U kleren gegeven?

39. Wanneer was U ziek of in de gevangenis en hebben we U bezocht?'

40. En de Koning zal zeggen: 'Luister goed! Ik zeg jullie: toen jullie die dingen voor één van mijn minst belangrijke broeders [ of zusters ] deden, hebben jullie ze ook voor Míj gedaan.'

Matteüs 25