Matteüs 17:22-27 BasisBijbel (BB)

22. Toen ze samen in Galilea waren, zei Jezus tegen hen: "De Mensenzoon zal verraden worden en gevangen genomen worden.

23. De mensen zullen Hem doden. Maar op de derde dag zal God Hem weer levend maken." De leerlingen werden erg bedroefd.

24. Ze kwamen in Kapernaüm. Daar kwamen de mannen die de tempelbelasting ophalen naar Petrus toe. Ze vroegen hem: "Betaalt je Meester de belasting voor de tempel wel?"

25. Petrus zei: "Natuurlijk." Toen Petrus thuiskwam, vroeg Jezus nog voordat Petrus iets had kunnen zeggen: "Wat denk je, Simon? Van wie vragen de aardse koningen belasting? Van hun zonen of van de andere mensen?" Petrus antwoordde: "Van de andere mensen."

26. Toen zei Jezus: "Dan hoeven de zonen dus geen belasting te betalen.

27. Maar we zullen die mannen niet kwaad maken. Ga naar het meer en gooi een vishaak in het water. De eerste vis die je vangt, moet je pakken. Als je zijn bek opendoet, zul je daarin een zilverstuk vinden. Pak het zilverstuk en betaal daarmee de belasting voor jou en voor Mij."

Matteüs 17