52. Hij stuurde boodschappers voor Zich uit om in een dorp in Samaria onderdak voor Hem te zoeken.
53. Maar de mensen daar wilden Hem niet ontvangen, omdat Hij naar Jeruzalem reisde.
54. Toen Jakobus en Johannes dat merkten, zeiden zei: "Heer, wilt U dat we net als de profeet Elia zeggen dat er vuur uit de hemel moet komen om hen te verbranden?"
55. Maar Jezus draaide Zich naar hen om en zei: "Hoe kunnen jullie zoiets zeggen!
56. De Mensenzoon is niet gekomen om mensen te doden, maar om mensen te redden." En ze gingen naar een ander dorp.
57. Terwijl ze onderweg waren, zei iemand tegen Jezus: "Ik zal U volgen, waar U ook heen gaat."