10. 'God zal zijn engelen de opdracht geven om U te beschermen.'
11. En er staat ook: 'Ze zullen U op hun handen dragen, zodat U uw voeten niet aan een steen zal stoten.' "
12. Maar Jezus antwoordde hem: "Er staat ook: 'Je mag je Heer God niet uitdagen.' "
13. Toen de duivel klaar was met Hem uit te dagen, liet hij Jezus voor een bepaalde tijd met rust.
14. Jezus ging terug naar Galilea, vol van de kracht van de Heilige Geest. In het hele gebied werd er over Hem gepraat.