21. De man zei tegen Hem: "Daar heb ik me mijn hele leven aan gehouden."
22. Toen Jezus dat hoorde, zei Hij: "Je moet nog één ding doen: verkoop alles wat je hebt en geef het geld aan de arme mensen. Dan zul je een schat in de hemel hebben. Kom daarna hier en volg Mij."
23. Toen de man dat hoorde, werd hij erg verdrietig. Want hij was heel erg rijk.
24. Jezus zag dat de man verdrietig was geworden. En Hij zei: "Wat is het voor rijke mensen toch moeilijk om het Koninkrijk van God binnen te gaan.
25. Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te kruipen, dan voor een rijk mens om het Koninkrijk van God binnen te gaan."