2. Ze hebben alles nagevraagd bij de mensen die er zelf bij waren.
3. Ook ik heb besloten om alles goed na te gaan en dan voor u op te schrijven.
4. Nu zult u zelf kunnen zien dat het waar is wat de mensen u hebben verteld.
5. In de tijd dat Herodes koning was van Judea, was er een priester die Zacharias heette. Hij was ingedeeld bij de groep priesters van Abia. Hij en zijn vrouw waren allebei uit de familie van Aäron . Zijn vrouw heette Elizabet.
6. Ze leefden allebei zoals God het wil en hielden zich aan alle regels van de wet van God, zonder Hem ongehoorzaam te zijn.
7. Maar ze hadden geen kinderen, want Elizabet kon geen kinderen krijgen. Nu waren ze allebei al oud.
8. Op een keer was het Zacharias' beurt om als priester dienst te doen in de tempel.