19. De Heer zei tegen Mozes:
20. "Vanaf de dag dat Aäron tot hogepriester gezalfd wordt, moet hij elke dag de volgende offers aan Mij brengen: elke dag 1/10 efa [ (2,2 liter) ] fijn meel. De ene helft daarvan moet hij 's morgens offeren en de andere helft 's avonds.
21. Hij moet het meel met olijf-olie mengen en er in een pan een brood van bakken. Dat brood moet hij in stukken breken en aan Mij offeren. Als hij het zó doet, ben Ik blij met het offer.
22. Elke priester die ná hem tot hogepriester gezalfd zal worden, moet dat zo doen. Het is een eeuwige wet. Het hele meel-offer moet voor Mij verbrand worden.
23. Elk meel-offer van een hogepriester moet helemaal verbrand worden. Er mag niets van worden opgegeten."
24. De Heer zei tegen Mozes: