Leviticus 25:34-36 BasisBijbel (BB)

34. En de graslanden rond hun steden mogen nooit verkocht worden. Ze zijn voor altijd van de Levieten."

35. [ De Heer zei tegen Mozes: "Zeg tegen de Israëlieten: ] Als iemand arm wordt en niet meer voor zichzelf kan zorgen, dan moeten jullie hem helpen, zodat hij in leven kan blijven. Jullie moeten hem ook helpen als hij een vreemdeling is.

36. Uit ontzag voor Mij mogen jullie geen rente of winst van hem vragen voor dat wat jullie hem gegeven of geleend hebben.

Leviticus 25