32. Dit zijn de regels voor mensen die een besmettelijke huidziekte gehad hebben en die niet rijk genoeg zijn om [ de offers ] voor hun reiniging te betalen."
33. De Heer zei tegen Mozes en Aäron:
34. "Als jullie in het land Kanaän komen dat Ik jullie als eigendom geef, kan het gebeuren dat Ik in één van jullie huizen schimmel laat ontstaan.
35. De eigenaar van dat huis moet tegen de priester gaan zeggen: 'Ik denk dat er een besmettelijke schimmel in mijn huis zit.'
36. Dan moet de priester het bevel geven het huis leeg te halen. Anders worden alle mensen en alle dingen die in het huis zijn, onrein. Daarna moet de priester naar het huis komen kijken.