10. Vroeg in de morgen verzamelde Jozua zijn mannen en trok op naar Ai. Hij en de leiders van Israël gingen voorop.
11. Zo kwam het hele leger bij de stad. Hij stelde zijn leger op aan de noordkant, met het dal tussen hem en Ai in.
12. Er lagen ongeveer 5000 mannen in de hinderlaag tussen Bet-El en Ai, aan de westkant van de stad.
13. Het leger stond dus zó opgesteld: het grootste deel van het leger aan de noordkant van de stad, en een klein deel in een hinderlaag aan de westkant van de stad. Die nacht stak Jozua het dal over.