Johannes 9:26-36 BasisBijbel (BB)

26. Toen vroegen ze hem opnieuw: "Wat heeft Hij met je gedaan? Hoe heeft hij je ogen beter gemaakt?"

27. Hij antwoordde: "Dat heb ik jullie al verteld, maar jullie willen niet naar mij luisteren. Waarom willen jullie het nog een keer horen? Willen jullie soms ook zijn leerlingen worden?"

28. Ze scholden hem uit en zeiden: "Je bent zelf een leerling van Hem, maar wíj zijn leerlingen van Mozes.

29. We weten dat God tegen Mozes heeft gesproken. Maar we weten helemaal niet waar déze Man vandaan komt [ en wie Hem heeft gestuurd ]."

30. De man antwoordde: "Dat is toch vreemd dat jullie niet weten waar Hij vandaan komt [ en wie Hem heeft gestuurd ]. Hij heeft mijn ogen genezen!

31. We weten dat God niet luistert naar slechte mensen, maar wel naar mensen die ontzag voor Hem hebben en Hem gehoorzamen.

32. Nog nooit eerder heeft een mens de ogen genezen van iemand die blind geboren is.

33. Als deze Man niet door God was gestuurd, had Hij dat niet kunnen doen."

34. Toen zeiden ze tegen hem: "Jij was blind geboren omdat je zo'n slecht mens bent. Hoe durf je ons dan te leren hoe het zit?" En ze zetten hem de synagoge uit.

35. Jezus hoorde dat de man niet meer in de synagoge mocht komen. Hij zocht hem op en zei tegen hem: "Geloof je in de Zoon van God?"

36. Hij antwoordde: "Wie is dat dan?"

Johannes 9