66. Vanaf dat moment ging een groot aantal van zijn leerlingen niet langer met Hem mee. Ze gingen naar huis terug.
67. Toen zei Jezus tegen de twaalf leerlingen [ die Hij Zelf uitgekozen had ]: "Willen jullie niet óók weggaan?"
68. Simon Petrus antwoordde Hem: "Heer, naar wie moeten we dan gaan? Uw woorden geven eeuwig leven.
69. Wij geloven werkelijk dat U de Messias bent, de Zoon van de levende God."
70. Jezus antwoordde: "Ik heb jullie twaalf niet voor niets uitgekozen. Toch is één van jullie een duivel."