26. Jezus antwoordde: "Luister goed! Jullie zoeken Mij niet omdat jullie Mij wonderen hebben zien doen. Maar jullie zoeken Mij omdat jullie brood van Mij hebben gekregen en genoeg hebben kunnen eten.
27. Maar jullie moeten je niet zo druk maken over gewoon eten. Gewoon eten is ook weer gauw verdwenen. Zoek liever naar het eten dat eeuwig leven geeft. De Mensenzoon kan dat aan jullie geven. Want God de Vader heeft Mij daarvoor de macht en het recht gegeven."
28. Toen vroegen ze Hem: "Wat wil God dan dat we doen?"
29. Jezus antwoordde: "God wil dat jullie geloven in de Man die Hij heeft gestuurd."
30. Ze antwoordden Hem: "Welk bewijs geeft U ons dat we in U moeten geloven? Waaraan kunnen we dat zien? Wat voor teken geeft U ons?
31. Onze voorouders hebben in de woestijn manna gegeten. Dat staat in de Boeken: 'Hij gaf hen brood uit de hemel te eten.' [ Kunt U iets doen wat bijzonderder is dan dat? ]"
32. Jezus antwoordde: "Luister goed! Ik zeg jullie dat Mozes jullie niet het echte brood uit de hemel heeft gegeven. Mijn hemelse Vader geeft jullie het echte brood uit de hemel.