15. Maar ze schreeuwden: "Weg met Hem! Weg met Hem! Kruisig Hem!" Pilatus zei tegen hen: "Moet ik jullie koning dan kruisigen?" De leiders van de priesters antwoordden: "We hebben geen koning! We hebben alleen de keizer!"
16. Toen gaf hij Hem aan de soldaten om Hem te kruisigen. Zij namen Jezus mee.
17. Ze gingen naar de plaats die 'Schedelplaats' heet. In het Hebreeuws is dat 'Golgota.' Jezus moest Zelf het kruis dragen.
18. Daar kruisigden ze Hem. Links en rechts van Hem kruisigden ze nog twee andere mannen. Zo hing Jezus in het midden.
19. Pilatus liet een bord maken en op het kruis vastmaken. Daarop stond: 'Jezus van Nazaret, de koning van de Joden.'