Johannes 18:6-12 BasisBijbel (BB)

6. Toen Jezus zei: 'IK BEN dat,' wankelden ze achteruit en vielen op de grond.

7. Jezus vroeg opnieuw: "Wie zoeken jullie?" En ze zeiden: "Jezus van Nazaret."

8. Jezus zei: "Ik zei jullie toch dat IK dat BEN. Als jullie Mij zoeken, laat deze mannen dan gaan."

9. Zo gebeurde wat Jezus kort hiervoor had gezegd: 'Van de mensen die U Mij heeft gegeven, heb Ik niemand verloren laten gaan.'

10. Simon Petrus had een zwaard bij zich. Hij trok het en sloeg het rechteroor van de slaaf van de hogepriester af. Die slaaf heette Malchus.

11. Jezus zei toen tegen Petrus: "Steek je zwaard weg. Ik moet de beker [ van Gods straf ] leegdrinken die de Vader Mij geeft. [ Het is nodig dat dit allemaal gebeurt. ]"

12. De soldaten, hun hoofdman en de tempelbewakers namen Jezus gevangen en bonden Hem vast.

Johannes 18